Historie en Ontwikkeling NeurOptimal®

13 jul 2009

Een overzicht van de ontwikkeling en evolutie van NeurOptimal®: een persoonlijke reflectie.

Susan Cheshire Brown Ph.D.

Ik deed mijn intrede in het veld van Neurofeedback in de begin jaren negentig. In die tijd werd het veld vertegenwoordigd door twee verschillende trainingsmethoden. Eén was SMR/beta training (natuurlijk met enkelvoudige kanalen) voor voornamelijk ADD, en de andere was alpha-theta training. Deze laatste werd in het algemeen gepraktiseerd als een abreactive benadering van persoonlijke transformatie. Zij die de eerste methode aanboden, boden niet de andere aan – en er was geen model voor Neurofeedback die trachtte om deze verschillende benaderingen te integreren.

En toen deed Val Brown zijn intrede in het veld. Val had beide typen trainingen geïntegreerd in wat hij het Vijf Fasen model noemde. Wat de diagnose ook mocht zijn, cliënten werden methodisch met ogen open door SMR en Beta heen genomen, waarop vervolgd werd met een gesloten ogen alpha-theta training – allen met behulp van trainingslocatie Cz – en tenslotte geëindigd met Globale Synchronie training met behulp van een vier kanalen opstelling indien mogelijk. Wanneer dit niet aanwezig was, liet men de Synchronie op natuurlijke wijze ontstaan met behulp van de enkele locatie, Cz gebaseerde training.

Het voordeel van dit model was zowel het gemak van het aanbieden (geen diagnosis en een enkele locatie) en de volledigheid (symptomen werden niet alleen opgelost, de training was ook persoonlijk transformerend). Bovendien was training op de Cz locatie buitengewoon veilig, dus weinig bijwerkingen.

Veiligheid werd ook bevorderd doordat Val waarnam dat pulseren op 3 Hertz zeer significant aanwezig was bij trauma slachtoffers. Hij stond op het onderdrukken van 3 Hertz gedurende de gehele training, welke andere bevorderende of inhiberende targets ook werden gebruikt. Deze observatie – van het belang van 3 Hertz als essentiële factor in stoornissen – was in mijn ogen één van zijn belangrijkste bijdragen in het veld van Neurofeedback. Het maakte het voor trauma slachtoffers mogelijk om symptomen los te laten zonder deze trauma’s opnieuw te beleven. Verrassend genoeg maakte dit – en nog steeds – nogal wat antipathie los onder de ‘feel it to heal it’ therapeuten.

Nadat Val en ik een paar werden, zette ik het werk met het Vijf Fasen Model voort, maar begon tevens te experimenteren met manieren waarop ik de training kon verbeteren en versnellen. Ik voelde me daarin comfortabel genoeg omdat het Vijf Fasen Model een relatief veilig model was om mee te experimenteren, maar was ook enigszins verontrust omdat ik wist dat ik zou kiezen voor wat ik het best vond werken, of het nu deel uitmaakte van het Vijf Fasen Model of niet! Dit was een intensieve klinische periode voor mij, en resulteerde in standaard onderdrukking van 23-38 Hertz, standaard gebruik van 40 Hertz en de ontdekking van de voordelen van 21 Hertz of de aurafrequentie zoals wij deze noemden.

Maar training geschiedde nog steeds met behulp van een enkel kanaal. Ik had gemerkt dat ik het trainingsproces kon versnellen door te lateraliseren (het linker en rechter brein trainen op respectievelijk C3 en C4), maar dit ging gepaard met een toename van bijwerkingen. Een groot deel van het klinische uur werd besteed aan het heen en weer gaan tussen linker en rechter hersenhelft, en het nauwkeurig opmerken hoe de cliënt zich voelde, en het aanpassen van de training op basis van de rapportages van de cliënt. Dit was in het bijzonder moeilijk in het geval van diegene die kampten met een onderdrukt immuunsysteem – zij ervoeren de feitelijke impact van de training pas na uren, soms dagen. Als ze zich goed voelden wanneer ze weggingen, stortten ze later in, en als ze zich niet zo goed voelden na een sessie begonnen ze zich later goed te voelen. Hoe goed een therapeut met dit soort cliënten kon omgaan, onderscheidde de meer ervarenen van de minder ervarenen. Veel moeite werd gestoken in het adept !! Meester worden en het beheersen van deze neveneffecten.

Terwijl ik klinisch exploreerde , evolueerde Val’s theoretische denken in de richting van een non-lineair dynamisch model. Oorspronkelijk had Val het lateraliseren weg van Cz opgenomen –  om SMR of Beta training te versterken – om daarna terug te keren naar Cz om vast te stellen dat de sessie werkelijk de bedoelde training had voltooid. Deze meer dynamische benadering was slechts het begin van een verdere exploratie van de dynamieke structuur van neurofeedback training als een veelomvattend proces. Terwijl hij dit zich ontvouwende model verder ontwikkelde en articuleerde, werd duidelijk dat waar Val theoretisch en mathematisch over sprak feitelijk de very practical ways beschreef die ik had ontwikkeld door met cliënten te werken. Waar ik me met mijn twee jaar van exploratie van het oorspronkelijke Vijf Fasen Model vandaan had bewogen, kwamen ineens de overkoepelende theorie en de klinische praktijk van neurofeedback weer samen.

Enkele andere specifieke gebeurtenissen deden zich voor die de manier waarop we werken voor altijd zouden veranderen. Op een Future Health bijeenkomst zat ik bij de Thought Technology stand waar zij hun ProComp Encoder demonstreerden. Vanuit het niets stelde ik Val voor me aan te sluiten en te zien of we twee zijden tegelijk konden trainen. Dat was een hele vreemde suggestie in die tijd omdat we gewend waren SMR rechts en Bèta links te trainen, aangezien deze twee frequentiebereiken twee zeer verschillende staten zijn. Wat we echter ontdekten terwijl we in die stand zaten was dat je inderdaad SMR en Bèta tegelijkertijd kon trainen. Natuurlijk protesteerden veel collega’s dat zulke gelijktijdige training “te veel was voor het czs, dat het dit niet aankon”. Terugkijkend lijkt dit belachelijk, maar in die tijd was er de wijdverbreide assumptie dat het centraal zenuwstelsel slechts in één specifieke ‘augment’ (toename) target per keer kon trainen! Wij luisterden natuurlijk niet naar de nee-zeggers en gingen verder met het onderzoeken van meervoudige gelijktijdige targets. Wat een verandering betekende dat! Aangezien de ProcComp ons twee gescheiden realtime kanalen van het EEG gaf – die we simultaan konden trainen – waren we nu in staat om twee keer zoveel training in één sessie te doen, alles in één.

Tijdens deze Future Health Meeting vond een nog andere gebeurtenis plaats die ook een grote invloed had op onze ontwikkelingen. Val presenteerde over ‘thresholding’ (drempels) en besprak tijdens een live demonstratie sommige ideeën met Tom Allen, één van de ontwikkelaars van het Biograph Systeem. Ter demonstratie was ik aangesloten met mijn gezicht richting het publiek, weg van het scherm, zodat ik geen visuele feedback, enkel auditieve feedback had. De demonstratie liet zien hoe je handmatig een signaal ‘tussen haakjes kon plaatsen’, kon omgeven (vertaling: bracket) door snel eronder en erboven te bewegen, zo’n zes keer achter elkaar. Het signaal probeert de drempellimiet op te zoeken door in amplitude te verhogen, dan plots te zakken en zich te settelen op een nieuw gewenst lager niveau – in het geval dat het target een toe te nemen frequentie betrof zoals SMR of Bèta. Wanneer echter het target een te inhiberen frequentie betrof, zoals 2-6 Hz, dan probeerde het signaal de drempellimiet op te zoeken door in amplitude te verlagen, dan plots omhoog te schieten om te settelen op een nieuw gewenst hoger niveau – dit alles met een en hetzelfde ‘bracketing proces’.

Alhoewel Tom dit fenomeen verklaarde in termen van leertheorie, verklaarde Val het in non lineaire termen als een dynamische drempelmethode. Gekoppeld met onze bilaterale training op 21 en 40 Hz en alpha-theta, werd de Periode Drie Benadering geboren.

Periode Drie was een drie-trapsgewijs geschakelde training, met een meer complexe organisatie en implementatie. Terwijl het Vijf Fasen Model een systematische progressie door fasen verlangde naar gelang de cliënt stabiliseerde, werden in de Periode Drie Benadering alle drie de verschillende trainingsperioden in één sessie gebruikt. In deze tijd was Val bezig met het schrijven van een eigen interface voor de neurofeedbacksoftware die we gebruikten, en de drie perioden werden gerepresenteerd door sets van verschillende weergaveschermen, die we later Portals zouden gaan noemen. We kozen voor een zeer visuele interface waarmee we met drempels konden werken en de hersenactiviteit konden observeren.

Een consequentie van deze benadering was dat we dichter in de buurt kwamen van de Matrix Mirror van NeuroCARE Pro waarin we de verschuivingen in hersenactiviteit konden waarnemen, lang voordat de cliënt eventuele ongewenste neveneffecten van deze verschuivingen ervoer. De uitdaging voor trainers werd het spotten van Matrix Mirror patronen die in sommige cliënten werden getriggerd door het terugkoppelen van bepaalde frequenties, en het aanpassen van de training om deze valkuilen te vermijden. Een ervaren trainer kon ongewenste neveneffecten grotendeels vermijden terwijl men nog steeds een geïntegreerd trainingsproces aanbood dat onafhankelijk was van een diagnose. Hier aangekomen, besloten we dat we een werkelijk ‘Veelomvattende’ Portal zouden ontwerpen die alle frequentiebanden waarmee we werkten zou omvatten. De intrigerende mogelijkheden die hierdoor geboden werden, was dat je kon wisselen tussen de ene en de andere periode (met namen tussen periode 1 en 3) door de ene set boxen eruit te halen en de andere set ervoor in te brengen, zonder dat de cliënt bewust wist dat je de eventualiteiten had veranderd. – en zonder dat je de training hoefde te onderbreken om een andere configuratie te laden. Dit, zo dachten we, vroeg van de cliënt een bepaalde toegenomen flexibiliteit om om te kunnen gaan met de training. Interessant genoeg was de Comprehensive (veelomvattende) Portal bedoeld als een manier om met alle frequenties sequentieel te werken, als een ‘mix and match’ versie van de Periode Drie benadering, allen beschikbaar in één interface. Maar we ontdekten al snel dat, natuurlijk, je alle frequenties tegelijkertijd kon trainen. Hoe hadden we ooit kunnen denken dat dit niet mogelijk was ? En zeer essentieel, alle frequenties tegelijk trainen verzekerde je ervan dat enige ongewenste neveneffecten die door een frequentie werden getriggerd teniet werden gedaan door een andere frequentie, nog voordat de neveneffecten op waren getreden. Voila! Neveneffecten-vrije neurofeedback binnen één geïntegreerd, makkelijk te gebruiken trainingssysteem.

En toen we eenmaal effectief de trigger van de meeste neveneffecten hadden geëlimineerd – lage bèta – en een verzachtende frequentieband aan de energetiserende Comprehensive mix hadden toegevoegd, creëerden we een ‘one size adapts to all Comprehensive Portal’. Tegenwoordig werken we met real-time JTFA on the fly (terwijl de operaties gaande zijn), waarbij we terugkoppelen wanneer het brein beweegt naar meer veerkracht en flexibiliteit. We trainen niet langer verschillende staten – of verschillende manieren om toegang te krijgen tot staten. We gebruiken ook niet langer een aparte benadering voor alpha-thèta of andere vormen van uitgebreide training met gesloten ogen. In plaats daarvan trainen cliënten terwijl ze dynamisch verschuiven tussen ogen open en ogen gesloten – of niet – zonder specifiek de een of de ander te gebruiken met het doel een bepaald trainingseffect te verkrijgen. Alle targetboxen worden nu automatisch ingesteld en vereisen geen individuele aanpassing meer. Een klik omhoog of omlaag met de multiplier maakt de training wat makkelijker of moeilijker zoals nodig of gewenst, daarbij de trainer ontlastend tot een minieme benodigde aandacht voor de software. Een volledige sessie kan nu verricht worden door automatisch door een serie van stappen te bewegen (zen1-4) die krachtige en veilige transformatie voor elke cliënt bieden. En wanneer trainers op hun eigen manier willen werken, zijn er vele alternatieve mathematische operationele en theoretische opties ‘on the fly’ beschikbaar.

De geschiedenis en evolutie van de CARE benadering zelf, reflecteert werkelijk de transformationele mogelijkheden die het biedt aan zijn gebruikers !

Sue Brown schreef deze tekst al weer enige tijd geleden. De laatste – zeer essentiële – toevoeging aan NeurOptimal® is daarom nog niet in de tekst opgenomen: autonavigatie. De trainer hoeft nu zelfs de multiplier die de hoeveelheid feedback regelde, niet meer in te stellen. De software doet alles nu volautomatisch.

Lees hier binnenkort een herziene versie van de hand van Sue Brown !

Deel artikel