Licht op Neurofeedback

een reactie op de uitzending van De Monitor

21 mei 2020

LICHT OP NEUROFEEDBACK

Leestijd 8 minuten #therapieversustraining #clientaanhetstuur #biasenbelangen

Recent wierp het kritische tv programma De Monitor (DM) licht op neurofeedback. Zelf werkzaam in het veld was ik bijzonder nieuwsgierig naar de invalshoek van de programmamakers. Zou men zich verdiept hebben in de verschillende benaderingen van neurofeedback, die onder meer verdeeld kunnen worden in “therapie versus training” ? Dat bleek niet zo te zijn en verschillende NeurOptimal® trainers lieten me hun teleurstelling blijken: onze werkwijze wordt prominent in beeld gebracht, terwijl de kritiek in de uitzending draait om de therapeutische claims die gehangen worden aan neurofeedback. Dat brengt me bij de hamvraag die DM zichzelf stelt: is neurofeedback een therapie voor autisme en ADHD of hocus pocus ? Geen van twee, zou ik willen stellen.

Misstanden
DM omschrijft zichzelf als een programma dat misstanden aan de kaak stelt. Een misstand werd niet één, twee, drie gevonden. Van hun kijkers ontvingen ze namelijk veelal positieve reacties over neurofeedback. Begrijpelijk waren er ook mensen die teleurgesteld zijn in de resultaten en het vele geld wat het hun kostte. DM legt gaandeweg enkele pijnpunten bloot. Zo beweren sommige aanbieders expliciet dat neurofeedback de oplossing is voor ADHD en te verkiezen valt boven medicatie. En er is een grote groep aanbieders die impliceert dat hersenafwijkingen te zien zijn op hersenscans. Hun werkwijze bestaat uit het meten van de activiteit en de ‘afwijkingen’ en het maken van een passend behandelplan om vervolgens het brein in de ‘gewenste richting’ te trainen.

Dat klinkt geweldig, zegt de presentator, aandoeningen opsporen in de hersenen met een simpele scan en allerlei problemen behandelen. Waarom is het dan geen erkende behandelmethode, vraagt hij zich af en gaat op bezoek bij enkele neurowetenschappers die in het verleden al kritische noten plaatsten bij neurofeedback. Een van hen, Jaap Oosterlaan, stelt dat het misleidend is om neurofeedback te presenteren als een behandeling voor ADHD, en wel met 80% effectiviteit . En Tieme Janssen stelt dat de aannames van neurofeedback niet kloppen: je kunt een psychiatrische stoornis niet diagnosticeren met een EEG.

Beide kritieken kunnen met zekerheid rekenen op instemming van Val Brown, ontwikkelaar van de in de uitzending gedemonstreerde NeurOptimal® werkwijze.

Verschillende stromingen
Psychologen Val en Sue Brown, ontwikkelaars van NeurOptimal® Dynamical Neurofeedback® stellen beslist dat hun methode een training is en géén therapie. De Browns hebben zich decennia geleden teruggetrokken uit de ‘mainstream neurofeedback’ omdat ze zich niet konden verenigen met het heersende paradigma: een therapeutisch model dat draait om diagnostiek en protocol selectie. Val Browns kritiek ten aanzien van het QEEG (de in DM genoemde scan) als vertrekpunt voor een interventie werd door vakgenoten terzijde geschoven, en de Browns besloten eind jaren 90 onder de naam Zengar hun eigen weg te gaan.

Het QEEG (kwantitatief elektro-encefalogram) is een belangrijk element in de neurofeedback benadering die binnen universiteiten en ggz instellingen wordt onderzocht en beoefend. Men veronderstelt dat specifieke afwijkingen in het EEG gerelateerd zijn aan specifieke klachten en verholpen kunnen worden met het selecteren van specifieke protocollen die specifieke hersenactiviteit op specifieke plaatsen op de schedel in de gewenste richting trainen. Die ‘gewenste’ richting wordt bepaald door een normatieve database, dus de activiteit van een grote groep ‘normale’ mensen. In deze stroming gaat men ervan uit dat operante conditionering ten grondslag ligt aan de werkzaamheid van neurofeedback.

De visie van deze lineaire benadering strookt niet met de verzamelde data en visie van Val Brown. In zijn ogen gaat het vooral om centraal gemedieerde controlemechanismen en niet om lokaal specifieke activiteit. En begrip van het centraal zenuwstelsel en de werkzaamheid van neurofeedback is volgens Zengar voornamelijk te vinden in de chaostheorie en de principes van non lineaire dynamica – disciplines die de neurowetenschap meer en meer begint te ontdekken. Val Brown meent, in navolging van neurowetenschapper Karl Pribram, dat het in het centraal zenuwstelsel draait om energie efficiëntie.

Zengars filosofie is dat wanneer je het brein van de juiste informatie voorziet, je het in de gelegenheid stelt zijn oorspronkelijke kwaliteiten van veerkracht en flexibiliteit te herstellen. Hun software laat de hersenen over de gehele linie van het frequentiespectrum zien wat ze aan het doen zijn (in plaats van specifieke activiteit in een bepaalde richting te sturen). Het aanbieden van deze informatie spiegelt de ‘dode hoek voor het brein’ en leidt tot een betere interne organisatie en optimaal functioneren. Gaandeweg zien we dan een afname van allerlei ongemakken optreden. In de ogen van Zengar kan ieder brein van deze training profiteren. Dus ja, ook iemand die autisme, ADHD, dwangneurosen. PTSS of een burn-out heeft.

Therapie versus Training
Maar dat is niet hetzelfde als dat het een therapie zou zijn voor een bepaalde conditie of dat het een aandoening kan genezen, of dat ‘als je maar zo en zoveel trainingen doet’ je verlost raakt van de kwaal… Een therapeutische invalshoek werkt vernauwend, zowel voor de aanbieder als de gebruiker, en doet geen recht aan de breed uitwaaierende effecten van training met NeurOptimal Dynamical Neurofeedback®. Over deze NeurOptimal® effecten kun je het beste denken en spreken in termen die je ook zou gebruiken in het kader van beweging, meditatie, fitness, mindfulness, yoga en goede voeding. Deze vallen onder een gezonde leefstijl en hebben geen specifieke gezondheidseffecten op het oog, maar hebben zeker effecten op onze fysieke, mentale en sociaal emotionele gezondheid.

Overigens oogsten ook de aanbieders van de diagnose en protocol benadering meer en andere effecten dan ze met een specifiek protocol bedoelden aan te pakken. In de uitzending worden deze ‘non-specifieke effecten’ genoemd en door Martijn Arns toegeschreven aan andere aspecten zoals de interactie met de aanbieder. Misschien. Evengoed kunnen ze wijzen op de eerder genoemde ‘onjuiste aannames’. In dit kader noemt Val Brown wel de vergelijking met familie systemen en hun dynamiek. Wanneer je met één familielid werkt, heeft dit een uitwaaierend effect op de rest van de familie. En andersom, wanneer je met de familie als geheel werkt, zal dit een effect hebben op ieder familielid. Kort door de bocht verwijzen deze dan respectievelijk naar de diagnose-protocol benadering waarin gewerkt wordt met een of enkele ‘afwijkende’ familieleden, en de dynamische benadering van NeurOptimal® die informatie terug spiegelt over de gehele linie van de familie.

“Neurofeedback als therapie” suggereert dat bij een bepaalde aandoening een bepaalde afwijking hoort, waarvoor een specifieke ‘fix’ gevonden moet worden. Dergelijk gedachtengoed gaat gepaard met het idee dat er wel 40 sessies nodig kunnen zijn om dat wat mis is recht te breien. In een dergelijk kader is het begrijpelijk dat een terugval in symptomen moeilijk te verhapstukken is voor de cliënt en het gevoel geeft van weggegooid geld (commentaar in de DM uitzending). Vergelijk dit met “neurofeedback als training”: gericht op veerkracht en flexibiliteit, en geplaatst in een kader van verandering, aanpassing en ontwikkeling in het dynamische spel dat leven heet. En je begrijpt dat er wezenlijke verschillen bestaan in denk- en werkkaders van de verschillende stromingen.

De cliënt aan het stuur
Wanneer je een NeurOptimal® aanbieder treft die in lijn werkt met de Zengar filosofie, zal deze je informeren dat iedere sessie op zichzelf staat en als zodanig gewaardeerd kan worden. En al dan niet vervolgd kan worden met meer sessies. Wanneer je een NeurOptimal® sessie doet, hoef je niets te doen of te leren, alleen maar naar muziek te luisteren. In de muziek zijn minieme interrupties hoorbaar die precies samenhangen met bepaalde veranderingen in de hersenactiviteit en die informatie bevatten voor het brein. Doorgaans ervaren mensen de sessie als prettig, ontspannend en verfrissend, ze beleven het als een meditatief moment. Ofwel, een NeurOptimal® trainer kan in de meeste gevallen de sessie voor zích laten spreken. Een trainer zal ook kunnen aangeven dat hoe meer sessies je doet, hoe meer je deze effecten stapelt en als veranderingen in je dagelijks functioneren kunt gaan waarnemen – net als bijvoorbeeld fitness, yoga en meditatie. En de trainer zal je niet over de streep willen trekken door bijvoorbeeld te zeggen “onderzoek toont aan …, of onze metingen laten zien dat …”. Het is de cliënt die aan het stuur zit, die bepaalt welke waarde de sessies voor hem hebben en hoeveel en hoe vaak hij ze doet. Er zijn mensen die enkele sessies doen om zichzelf door een lastige hobbel heen te slepen; mensen die langere series doen omdat ze benieuwd zijn naar de stapelende effecten; en mensen die hun brein met regelmaat blijven trainen, een leven lang.

Bias en Belangen
De cliënt dus die al dan niet de waarde toekent…. En dat brengt ons tenslotte bij de uitspraak van Jaap Oosterlaan die de vele positieve rapportages van de kijkers over neurofeedback af wil doen met een investeringsbias – ofwel, als je eenmaal zoveel geld eraan hebt uitgegeven dan ben je geneigd te denken dat het werkt. Het lijkt mij een ernstige onderschatting van het beoordelingsvermogen van de gemiddelde cliënt.

Zeker, ieder mens is onderhevig aan bias, een filter in de waarneming die invloed heeft op onze gedragingen, keuzes en ervaringen. Het geldt voor de cliënt die zijn ervaringen evalueert, de onderzoeker die een positief effect hoopt aan te tonen, en tevens voor de onderzoeker die een investeringsbias verwacht. En ook de programmamakers zijn eraan onderhevig: hoe de vragen aan de gebelde neurofeedbacktrainers worden gesteld, de bedenkelijke gezichten van de presentator daarbij, de manier waarop ‘de bedrijfjes’ worden weggezet en de keuze voor wie wél openlijk en met respect geïnterviewd wordt. Menig kijker miste een open houding en een objectieve insteek.

Ondergetekende ontving ook een belletje van de presentator. Zelfs gevraagd naar zijn naam trad hij niet naar voren: “Bertus”, antwoordde Teun en hing op. Gemiste kans voor een onderzoeksjournalist. Waarom niet de vertegenwoordiger voor de NeurOptimal® werkwijze waarmee veel van ‘die bedrijfjes’ werken, meer openlijk benaderd ? Mogelijk hadden dan nieuwe invalshoeken een kans gekregen… Waarom bijvoorbeeld zijn “de trainers die zeggen dat ze geen kennis van het brein nodig hebben” Martijn Arns al jaren een doorn in het oog ? Een NeurOptimal® trainer heeft deze kennis inderdaad niet nodig omdat de geautomatiseerde software al het werk verricht. Zou Arns het vervelend vinden dat wij laten zien dat er een toegankelijkere, minstens zo effectieve en goedkopere benadering mogelijk is dan de diagnose en protocol benadering die aan universiteiten en ggz instellingen wordt beoefend ? En waar je geen psychologie of neurowetenschappen voor hoeft te (maar wel mag) hebben gestudeerd ?
En zouden dit de voornaamste redenen kunnen zijn dat diezelfde universiteiten en instellingen de dynamische neurofeedback benadering al zo’n 20 jaar links laten liggen ? In die mate zelfs, dat wanneer een psycholoog of onderzoeker persoonlijke interesse toonde in de geavanceerde Zengar technologie, hij dat ná een gesprek met zijn achterban niet meer bleek te hebben… Wonderlijk en opnieuw een gemiste kans, want onze werkwijze zou bijzonder gemakkelijk en kostenefficiënt op allerlei plaatsen in de gezondheidszorg geïntegreerd kunnen worden.

Vragen dus die interessante discussie hadden kunnen oproepen over belangen, niet alleen de transparante belangen van neurofeedback ondernemingen maar zeker ook de meer ondoorzichtige belangen van de vertegenwoordigers van de wetenschap. Diezelfde wetenschap waarover Oosterlaan en Janssen zeggen dat ze bang zijn dat ‘misleide cliënten’ er hun vertrouwen in verliezen.

Deel artikel